De “grote trek” is een buitengewoon fenomeen waarbij zo’n twee miljoen wildebeesten (of gnoes) en honderdduizenden andere diersoorten, zoals zebra’s en gazelles, zich samen verplaatsen op zoek naar nieuwe begrazing. In één jaar tijd leggen ze ongeveer 800 kilometer af in een lusvormige route tussen de Serengeti in Tanzania en Masai Mara in Kenia. Om hiervan te kunnen genieten, is het cruciaal om op het juiste moment en op de juiste plek te zijn.
Het begint allemaal in de uitgestrekte graslanden van de Serengeti in Tanzania, waar de kuddes verzamelen en zich voorbereiden op hun lange tocht. In december tot maart bevinden de kuddes zich in het zuiden van de Serengeti, vooral rond het gebied van Ndutu. Dit is het seizoen van de geboortes, waar pasgeboren kalfjes zich te midden van de kudde voegen, een ontroerend schouwspel.
Na deze periode trekken de kuddes verder naar het westen van de Serengeti, meestal in april en mei, op zoek naar vers grasland. Hier verzamelen ze zich in de vruchtbare Grumeti-regio, waar ze zich voeden en energie opdoen voor de volgende etappe van hun reis.
Het hoogtepunt van de migratie vindt plaats in juli en augustus, wanneer de kuddes massaal de Mara-rivier oversteken, op weg naar de uitgestrekte vlaktes van de Masai Mara in Kenia. Dit is een cruciaal moment, waarbij de dieren worden geconfronteerd met gevaarlijke stromingen, hongerige krokodillen en roofdieren die op de loer liggen aan de oevers.
Eenmaal aangekomen in de Masai Mara blijven de dieren daar vertoeven tot eind oktober, genietend van het overvloedige grasland voordat ze zich weer opmaken voor de terugreis. In november keren ze langzaam terug naar het zuiden van de Serengeti, waar alles weer van vooraf aan kan beginnen.
Deze epische tocht is niet zonder risico’s voor de dieren. Elk jaar sterven zo’n 250.000 wildebeesten tijdens de migratie, door honger, dorst, uitputting of als prooi voor de vele roofdieren die hen achtervolgen. Mede daardoor is de “grote trek” één van de meest adembenemende natuurlijke spektakels op aarde, een symbool van de natuurpracht en veerkracht van de Afrikaanse wildernis.
Bron: Live to Travel